Baliemvallei

Een bezoek aan de Baliemvallei is een unieke ervaring. De oorspronkelijke bewoners van de vallei heten de Dani en leven van de landbouw. Varkens zijn het grootste bezit en deze worden door hen als kinderen behandeld. Hun ronde huizen worden gemaakt van kleiachtige grond met een rieten dak dat weer dichtgesmeerd wordt met klei.

In een gevlochten draagtas worden de biggen meegenomen als ze ergens naar toe gaan. Een bezoek aan de Baliemvallei is een belevenis om nooit te vergeten. Het is alsof u teruggeplaatst wordt in de tijd of naar een andere wereld! Maak een individuele rondreis door Papoea.

In 1938 werd de vallei ontdekt door Richard Archbold toen hij met zijn watervliegtuig over dit gebied vloog. Pas na de Tweede Wereldoorlog vestigden de eerste blanken zich hier. Twee Amerikaanse zendelingen legden in 1954 de eerste landingsstrip aan, waarna in 1958 de Hollanders hier een bestuurspost openden die Wamena genoemd werd. Dit groeide uiteindelijk uit tot het centrum van de vallei.

Het centrale berggebied, de Baliemvallei, ligt op het eiland Papoea; ook Irian Jaya genoemd. De enige grote plaats in de Baliemvallei heet Wamena. Er loopt slechts één weg door de vallei. En de Baliemvallei is alleen per vliegtuig bereikbaar.

Het gehele jaar door liggen de temperaturen rond de 25-30 graden overdag. Wel dient u rekening te houden met de neerslag. In de maanden november tot en met februari valt de meeste regen.

U kunt het hele jaar door naar de Baliemvallei reizen. Bekijk ons klimaatoverzicht Indonesië.

Het bijwonen van een varkensfeest is echt het hoogtepunt in de Baliemvallei. Het dier is kostbaar voor de Papoea’s  en dus is het voor hen een feest als zij een keer varken kunnen eten. Bij een speciaal voor u georganiseerd varkensfeest, koopt de reiziger een varkentje. Dit wordt geslacht en bereid op een bed van hete stenen, bladeren en zoete aardappels. De vrouwen en kinderen zitten bij elkaar en de mannen zitten apart. Iedereen is fantastisch beschilderd en dus is dit het moment om de mooiste foto’s te maken.

In dit meertje worden de bladeren van de stam van een bananenboom in het water gelegd. Het zoute water trekt in de bladeren. De Papoea’s laten de bladeren drogen in de zon en nemen het droge zout terug mee naar huis. Het zout wordt gebruikt om te koken.

In het dorp Aikima wordt een mummie bewaard die zo’n 250 jaar oud is. Deze dorpsoudste stierf door een speer en wilde niet gecremeerd worden. Daarom werd zijn lichaam bewaard. Hij werd in een zittende houding geplaatst en zo kunt u deze mummie nog steeds zien, uiteraard tegen betaling.

Dit kan een trekking van een dag zijn maar ook van meerdere dagen. Op deze manier kunt u de Dani bezoeken in hun dorpen. De kinderen zoeken graag contact met de toeristen. Kijk bij de mensen thuis, ze nodigen je wel uit. Ze leven zo eenvoudig maar zijn ontzettend gastvrij!

Op deze markt kunt u wat inkopen doen als u een trekking gaat maken. Op de markt ziet u de Papoea-vrouwen met tassen van natuurlijke materialen hangend aan hun hoofd. In die tas zitten etenswaren maar ook varkentjes.

Op twee uur rijden van Wamena ligt op zo’n 3000 m hoogte het Habema-meer. Onderweg wordt u verrast door de prachtige vegetatie. Savanne-achtig landschap maakt plaats voor bergnevelwouden met grote boomvarens. Langs het Habema-meer vindt u rododendrons en verschillende soorten orchideeën. Alleen bij goed weer, is de weg begaanbaar. Misschien spot u wel een bijzondere paradijsvogel bij het meer.

Er is niet veel keuze qua hotels in de Baliemvallei. Verwacht geen luxe. Bouwmateriaal is moeilijk te krijgen, alleen lokale materialen zijn voor handen. Soms is er daardoor achterstallig onderhoud. Ook voor het eten, is de afwisseling soms beperkt. Er is gewoon niets anders te koop in de wijde omtrek.