Siem Reap en Angkor Wat

Iedereen die naar Cambodja gaat, verblijft een paar nachten in Siem Reap om vanuit daar de tempels van Angkor te bezoeken. De ruïnes van dit immense complex zijn natuurlijk niet voor niets door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. U kunt er dagen ronddwalen. De tempels bezoekt u vanuit toeristenplaats Siem Reap. Tuktuks tuffen rond om toeristen van hun hotel naar het centrum, en terug te brengen. In het centrum van Siem Reap vindt u een ruime keuze aan restaurants, café en souvenirwinkeltjes. Ook is er een markt waar de locals hun inkopen doen, en waar u lekker rond kunt struinen. Vanuit Siem Reap kunt u heel veel leuke dagtochtjes maken: fietsen over het platteland, varen over het Tonlé-Sap meer, zwemmen bij de waterval van Phnom Koulen, speuren naar olifanten in Kulen Elephant Forest, en ga zo maar door. Buiten de tempels van Angkor Wat is er nog veel meer te beleven.

De geschiedenis ligt in Siem Reap voor het oprapen. De tempelruïnes van Angkor dateren uit de tijd van het Khmer-rijk (van 802 tot 1431). In Siem Reap zelf is de voetafdruk van de Franse kolonisten te zien in onder andere de koloniale villa’s. De Fransen hebben Siem Reap overgedragen aan Thailand, om bij hen in een goed blaadje te komen. Extra zuur, want in het verleden waren er veel oorlogen met onder andere Thailand. Siem Reap betekent zelfs ‘Siamezen verslagen’, en Siam was de vroegere naam van Thailand. Desalniettemin hoorde Siem Reap van 1795 tot 1907 bij Thailand.

Het tempelcomplex van Angkor bevindt zich op ongeveer een half uurtje tuffen per tuktuk van het centrum van Siem Reap. Veel hotels liggen tussen de tempels en het centrum in. De prijzen van tuktuk-taxi’s zijn laag, en er rijden er heel veel. Dus het is heel makkelijk om van uw hotel naar het centrum te komen, en terug. De tempels kunt u het beste met een georganiseerde tour bezoeken. Dan staat er de hele dag een tuktuk met chauffeur tot uw beschikking.

U kunt het hele jaar door naar Siem Reap, maar er zijn wel verschillen qua temperatuur en hoeveelheid regen. In april en mei is het heel warm en droog. Grofweg in juni komen de regens (niet de hele dag door, maar af en toe een bui). En met de regens komt ook de verkoeling. Het regent de hele zomer af en toe, wat zorgt dat het land in bloei staat. Niet voor niets wordt de zomer de ‘green season’ genoemd. Vanaf ongeveer oktober is het weer droog, en nog best koel (rond de 25 graden overdag). Vanaf dan klimt te temperatuur langzaam op, tot het in april en mei weer heel warm is. Lees meer op onze klimaatpagina.

Het tempelcomplex van Angkor is zo groot dat u in één dag niet alles kunt zien. De meest bekende tempel is natuurlijk Angkor Wat, maar er zijn in totaal meer dan 100 monumenten te bewonderen. Bijzonder zijn de Bayon tempel en de stadspoorten van Angkor Thom, vanwege de gigantische stenen gezichten die deze bouwwerken sieren. De tempel Ta Prohm wordt langzaam ingenomen door de natuur. Dikke boomwortels en lianen overwoekeren deze tempel wat een mysterieuze sfeer oplevert. Veel tempels liggen nog verscholen in de jungle. Heeft u nog een tweede dag de tijd, bezoek dan ook de tempels op het ‘grand circuit’, dus eigenlijk aan de buitenring. Bijzonder hier zijn het door reusachtige boomwortels overwoekerde Preah Khan complex, met een gebouw in Griekse stijl. Ook ligt hier Preah Neak Pean aan de oostelijke Mebon. En niet te vergeten de rood gekleurde tempel Banteay Srey; bekend om zijn ingewikkelde gravures.

Wat een magische plek. Kbal Spean wordt ook ‘de rivier van 1000 lingas’ genoemd. Een linga is een Hindoeïstische vruchtbaarheidssymbool. Het is even klimmen over het slingerpad, dwars door het regenwoud. In de rivier zijn afbeeldingen uitgehakt in de rotsen onder water. Deze kunstwerken zegenen het water. U volgt de rivier naar beneden waar de honderden ‘linga’s’ in de rivier schitteren in de zon tot aan de waterval. Daar zijn veel afbeeldingen van dieren te zien.

Centraal in Cambodja, en niet ver van Siem Reap, ligt het Tonlé-Sap meer. Hier wonen de mensen in huizen die drijven op het water. In de regentijd groeit het meer uit tot het grootste zoetwatermeer van Zuidoost-Azië. Siem Reap ligt dan zelfs heel dichtbij de oever van het meer. Met een tuktuk bent u er zo. In het droge seizoen is het meer ‘maar’ 2700 m2. In de moessonperiode wordt het meer zo’n 6 maal groter. De bewoners van de drijvende huizen, lichten hun anker en verhuizen mee met de oever van het meer. Het is heel bijzonder om te zien hoe het leven op, aan en vanaf het water eraan toegaat.  Maak een tocht met een motorbootje of kajak over het meer naar één van de drijvende dorpen en peddel tussen de huisjes door.

Dit zijn twee ruïnesteden waar veel minder toeristen komen dan in Angkor Wat. Het is wel wat verder vanaf Siem Reap, maar na circa twee uur rijden staat u in de verloren stad Koh Ker. De tempels in deze stad zijn overwoekerd door boomwortels wat het een mysterieuze sfeer geeft. Er staat zelfs een piramide van 37 meter hoog. Dieper in de jungle vindt u de restanten van de tempel Beng Maelea, die qua stijl veel lijkt op Angkor Wat. Alleen is de kans hier heel groot dat u de enige toerist bent! Er zijn paadjes en trappen aangelegd, maar af en toe moet u ook klauteren over rotsblokken en muurtjes. Dat draagt bij aan het Indiana Jones gevoel!

Jarenlang werden de olifanten van Angkor Wat ingezet voor ritjes met toeristen op hun rug langs de wereldbekende tempels. Nu genieten deze olifanten van een welverdiend pensioen in de bossen aan de voet van de berg Kulen. U kunt de olifanten bezoeken in Kulen Elephant Forest tijdens uw vakantie Cambodja en ze daar in hun natuurlijke omgeving bewonderen. Te voet gaat u het bos in om de kudde op te zoeken. Misschien nemen ze wel een lekker bad in de vijver, leuk om te zien hoe ze genieten.

De Apsara’s zijn tempeldanseressen. Met ingewikkelde handbewegingen bidden ze tot de goden. De traditionele Apsara-dans stamt uit de 7^de eeuw, uit het glorieuze Khmer-rijk. Op de muren van de tempels ziet u vele reliëfs van deze danseressen. Bij de tempels van Angkor kunt u op de foto met een real-life Apsara-danseres. Een wonderschone dame in een bijzonder gewaad en hoofdtooi. Tegen een kleine vergoeding natuurlijk, want ze staan daar nou eenmaal voor de toeristen. Wij vonden het echter veel leuker om een Apsara dansvoorstelling bij te houden. Dat kan op meerdere plaatsen, bijvoorbeeld in het Angkor Village Apsara Theatre. Woon hier een show met diner bij.

De lokale keuken van Cambodja lijkt op die van Thailand, maar dan minder pittig. Ook zijn er veel Vietnamese invloeden. Groenten, vis, rijst en noodles zijn de hoofdingrediënten. En daar kunnen ze lekkere dingen mee maken! Ga eens mee met een foodtour. Een lokale gids neemt u dan mee naar de nachtmarkt, waar de locals samenkomen om te eten en inkopen te doen. Er zijn heel veel streetfood-kraampjes die heel veel verschillende hapjes aanbieden. Ook gekke dingen zoals gefrituurde spinnen of rat op een stokje. Maar niets hoeft natuurlijk. Ook leuk: doe mee aan een kookworkshop bij een lokale familie in huis.

U moet geen last van hoogtevrees hebben, om u vast te laten haken aan een zipline. Maar wat een adrenalinekick geeft het om van de ene naar de andere boom te zoeven, al hangend aan een kabel. Angkor Zipline is gelegen vlakbij de tempels van Angkor. Het parcours is een aaneenschakeling van ziplines, hangbruggen en platformen hoog in de bomen. U bent hier in de jungle, dus de kans bestaat dat u apen, bontgekleurde vogels en andere dieren spot terwijl u u hoog tussen de bomen begeeft.