1 Speciaal voor de Belgische bezoekers, klikhiervoor meer informatie
Vietnamezen aan zee
Logo-VanVerre-Reizen

Vietnam en Cambodja

Redactie Algemeen 1-6-2017

In De wilde wagen (M.Toonder, 1963) gaat de held van het verhaal op reis. Hij wil ook wel eens iets beleven om in de 'Kleine club' over te kunnen vertellen, zoals zijn buurman de Markies. Zijn verlangen is opgemerkt door de bejaarde reisleider Hocus Pas, die een veelbelovend traject uitzet en arrangeert, en die de reiziger zorgvuldig volgt via zijn kristallen bol. Vervoermiddel is een bijzondere wagen, op speciaal verzoek van de heer Pas ontworpen door de gnoom Knar, die ooit nog het wiel had uitgevonden. Met recht een 'wilde wagen', de gebaande wegen mijdend en voortsnellend over 'bumpy roads'. En met alleen vensters naar de zijkant en de achterkant...

 

Reis van je leven

De reis is ontegenzeggelijk avontuurlijk maar zadelt de reiziger daarom ook op met een hoop herinneringen en souvenirs die hij zelf niet bedacht zou hebben, en waar hij zeker niet om gevraagd heeft. Zo gaat dat met souvenirs. Besmeurd, verward en met de handen vol verdachte aanwinsten komt onze held thuis, waar hij tot zijn verbazing zijn 'look alike' voor het raam ziet staan, geheel ontspannen en op zijn plek, en waar zijn eigen bediende hem niet herkent en hem smadelijk de deur van zijn eigen huis wijst. Hij past niet meer vanzelfsprekend in zijn eigen decor.

 

'Het hoogtepunt komt altijd aan het eind van de reis', mompelt de reisleider tevreden, terwijl hij in zijn glazen bol staart, 'de confrontatie met jezelf'. 'Want waarom zou je op reis gaan als je jezelf niet wilt tegenkomen?'

 

Waarom gaan we eigenlijk op reis? Wat zoeken we in verre landen waar we - behalve mooi weer en een weelderige tropische vegetatie, kleurrijke markten en andere exotische  taferelen - veel armoede tegenkomen, en kansarme kinderen die ons met veel aandrang iets willen verkopen om een kleinigheidje te verdienen, omdat zij nog geen vijf procent van de mogelijkheden hebben die voor onze eigen kinderen vanzelfsprekend zijn. Landen met - buiten de toeristische zones  - open riolen, slechte wegen, een hoop rommel in de publieke ruimte, oude ruïnes maar - voor wie een beetje oplet - nog veel meer nieuwe krotten, oude strijdtonelen en nieuwe ruïneuze politiek, beangstigende misdaden tegen de menselijkheid toen en nu, en waar malaria heerst en knokkelkoorts? Met natuurlijk hier en daar goed bewaakte en afgeschermde 'eilanden' van luxe, airconditioning en opgeruimd comfort voor de toeristen. 

 

Is het voor vakantie dat we dit alles opzoeken, of om eens goed uit te rusten? Nee, dat laatste niet echt. Voor vakantie kun je beter naar Terschelling gaan, naar een gîte in Normandie of een prettige agricultura in Umbria. Fly-drive, pasta e basta. 

 

 

Betekenis van reizen

In een half etmaal ben je meestal wel op je bestemming. Met de aan- en uitloop, een beetje gedoe van het in- en uitpakken en nog wat jetlag effecten meegerekend misschien een heel etmaal, al met al, en idem voor de terugreis. Maar eigenlijk is de derde wereld geen geschikte vakantiebestemming. Ik - uitsluitend sprekend voor mijzelf - voel me er eerlijk gezegd altijd weer ongemakkelijk als toerist, bediend en verzorgd door mensen wier werktijd en inspanning ik koop voor een fractie van wat mijn werktijd en inspanningen mij hebben opgeleverd. 'You are lucky,  sir, to have been born in Europe: almost free education, good health care, high incomes, great opportunities for travelling...'. Onze gids in Saigon vatte het - bijna terloops maar trefzeker - samen, nadat hij had gevraagd hoe ons reisschema eruit zag. 

 

Tegenover de gêne staat het besef dat toerisme voor 'ontwikkelingslanden' wel een relatief makkelijk te ontwikkelen sector is. Het kan immers op veel niveaus van sophistication worden  aangeboden. Van homestays voor de backpackende twintigers, tot luxe resorts voor welvarende veertigers met hun tieners. En veilig georganiseerde groepsreizen voor de pensionado's. 

 

Maar misschien heb ik net iets te veel meegekregen over de 'economische theorie van de ongelijke ruil', in de tijd dat ik nog met ontwikkelingstheorieën bezig was, om nu telkens weer die verhoudingen van 'ongelijke ruil'  gewoon voor lief te nemen, inclusief mijzelf als prominent deel van die situatie. Beelden van gekleurde mensen die blanke mensen lopen te bedienen, simpelweg omdat de ene kleur hier en de andere kleur daar geboren is. Van mensen die, al dan niet professioneel, in hún wereld gastvrijheid betonen aan oppervlakkig rondkijkende passanten, waarvan te velen zich bovendien niet als gast weten te gedragen. Het kleurverschil tussen 'dienen' en 'bediend worden' vervaagt overigens wel langzaamaan, vooral door de snelle uitbreiding van de Aziatische toeristenmarkt. Maar de rijke Aziatische toerist gedraagt zich niet noodzakelijk fatsoenlijker dan de Europese of de Amerikaanse.

 

Vietnam en Cambodja oorlog

We sluiten een reis af, en eigenlijk één reis verdeeld over twee reisperiodes van elk een maand, door Noord Vietnam en Laos (2013) en Zuid Vietnam en Cambodja (2015), landen die klinken naar de nieuwsberichten van de jaren zestig en zeventig. Echo's uit een recent verleden kregen een bijbehorend decor en werden zo wat samenhangender. Dien Bien Phu, Vietminh, Vietcong, Pathet Lao, Rode Khmer. De Golf van Tonkin en de 'aanval' op de Amerikaanse torpedobootjager USS Maddox in 1964, de mysterieuze Vlakte der Kruiken, de 'bommentapijten' door een vloot van B52's vanaf 10.000 m hoogte (dus zonder enig zicht op de effecten) op Haiphong en Hanoi, 'om Saigon (1000 km zuidelijker) te beschermen tegen het communisme', een neergeschoten B52 bommenwerper die ter plekke in een parkje in Hanoi als wrak tot oorlogsmonument werd. 

 

 

Vietnam geschiedenis

'Begrippen' uit het nieuws van destijds krijgen kleur en context. Het Ho Chi Minh pad, het Tet Offensief. De Mekong, levensader voor grote delen van Laos, Cambodia en Vietnam. De gedemilitariseerde zone rond de 'zeventiende breedtegraad', en de prachtige rijstterrassen met al die aardige visvijvertjes erin ('waarom eigenlijk zovéél visvijvers en zoveel kleintjes; is dat handiger?', 'nou nee, dat hebben de boeren niet zelf bedacht, het zijn eigenlijk gewoon bomkraters').

 

De 'geheime' bombardementen - op Laos vielen méér bommen dan op Duitsland en Japan samen gedurende de tweede wereldoorlog; negen jaar lang, voor ruim $ 13 miljoen per dag - op een klein land 'dat niet in oorlog was'. Sinds kort (40 tot 50 jaar na dato) wordt er wat systematischer werk gemaakt van de opruiming van de miljoenen bommen die er nog liggen. De  eeuwige strijd en paleisrevoluties tussen de prinselijke halfbroers Souphanouvong (pro-Vietnam) en Suvanna Phoema ('neutraal'), en de manoeuvres van de eeuwige politieke koorddanser Norodom Sihanouk, postuum nog altijd even populair als - bij nadere beschouwing - politiek opportunistisch. De 'amerikaanse' stromannen Ngô Đình Diệm (Saigon) en  Lon Nol (Phnom Penh), en de aan de Sorbonne afgestudeerde 'Chinese' protégé Pol Pot.

 

Zien is herinneren, en het komt weer allemaal een beetje boven. De Accoorden van Parijs (1973) - over de de aftocht van de Amerikanen - tussen Lê Đức Thọ en Henry Kissinger, met op de valreep de kerstbombardementen van 1972,  'als stimulans' voor de besprekingen. In 1975 'Peace with honour', in de woorden van de Amerikaanse president Richard N., nadat zijn troepen na een zinloze oorlog een paar vernietigde landen achterlieten, met getraumatiseerde mensen en verwoeste sociale structuren, politiek in de armen gedreven van een één-partij elite, in landbouwgebieden met door Agent Orange vergiftigd grondwater en vergeven van de landmijnen die - 'vermomd'  als kinderspeelgoed - nog decennia moordend de aandacht van de volgende generatie bleven trekken. 

 

Vietnam communisme

En dan ben je er, in het 'hier en nu'. Pratend met mensen die je deelgenoot maken van hun eigen petite histoire en zo de grote verhalen 'invullen' en tot leven brengen. Oog in oog met het alledaagse leven in drie 'communistische landen', 'volksdemocratieën' met verkiezingen als louter rituele legitimatie voor de ononderbroken leiding door een kleine maar zeer 'kapitalistische' elite. Democratieën' wier politieke 'stabiliteit'  al decennialang wordt bepaald door graaiende partij-elites met veel gevoel voor 'continuïteit' en weinig aanvechting tot democratie. Het contraproductieve resultaat van gewelddadige 'roll back communism' ideologieën. 

Niet meer dan een hoekje van de wereld, momenteel niet echt in het nieuws, maar dat - met een stukje historische informatie erbij - op een eigen manier toch een soort pars pro toto wordt voor taferelen die in allerlei variaties  zich wereldwijd steeds weer afspelen. 

 

Het was en is allemaal eigenlijk wel 'bekend', en toch vaak letterlijk en figuurlijk 'ver van ons bed'. In het geval van Indochina waren het klanken en flarden, die vermengd waren met de westerse tijdgeest van de jaren zestig en zeventig, geromantiseerd in The Quiet American (G.Greene) en de musical  Miss Saigon, omringd met de sfeer van Vietnam-demonstraties, Woodstock, Flower Power en de 'rock opera' Hair. En die op die manier horen tot onze eigen 'petite histoire'.

 

Nieuwsgierigheid was ook op deze rondreis Vietnam misschien wel het centrale gevoel achter de fascinatie. En eenmaal ter plaatse - zoals zo vaak  - verwondering, over hoe mensen hun levens vorm blijven geven, hun eigen geschiedenis wel of niet een weloverwogen plaats kunnen bezorgen, maar wel weer de veerkracht vinden om verder huns weegs te gaan. Verwondering die, met iets beter zicht op de echte verhalen, vaak uitloopt op verbijstering. Maar ook van bewondering. En altijd op relativering, van het eigen doen en denken, en de vanzelfsprekendheden daarvan.

 

Henk Tieleman en Catrien Dieperink