Sri Lanka kent niet alleen prachtige stranden, historische tempels en afwisselende landschappen, ook kun je er onvergetelijke safaritochten maken. Duik in de wildernis van Wilpattu en spot luipaarden, verken de groene graslanden en sta oog-in-oog met olifanten in Hurulu Ecopark. Afgelopen maart maakte ik samen met mijn collega Rowan een rondreis door Sri Lanka waarbij wij meerdere keren op safari gingen. In dit blogartikel vertel ik over mijn ervaringen en neem ik je mee op reis naar enkele leuke safari-plekken die Sri Lanka te bieden heeft.
Wilpattu National Park: Het oude land van de meren
In het noordwesten van Sri Lanka ligt Wilpattu National Park; het grootste en één van de oudste nationale parken van het land. ‘Wilpattu’ betekent ‘land van meren’. Niet voor niks dat dit park deze naam heeft gekregen, er zijn namelijk tal van natuurlijke meren te vinden, die veel wilde dieren aantrekken.
Wilpattu staat bekend om de grootste populatie luipaarden die er leven. We vonden het spannend: gaan wij vandaag een luipaard zien? We stappen in onze privé jeep en rijden hobbelend over het zand samen met onze ranger het park in. We zien al vrij snel enkele hertjes, mooie vogels, waaronder de nationale vogel (de Ceylonhoen) van Sri Lanka, een pauw en een waterbuffel. Dan hoort onze ranger de lokroep van een aap. We blijven even wachten maar helaas komen de apen niet tevoorschijn.
We rijden dieper het park in en zien een hele tijd niks. Het zal toch niet dat we geen olifanten, luipaarden of beren spotten? Door het gehobbel over het zand worden mijn ogen moe, maar ik vecht ertegen. Want we leren al snel van onze ranger: als je dieren wilt spotten, moet je geduld hebben. Mijn ogen moet ik wel openhouden natuurlijk, anders spot ik niks. Ik kijk naar de ranger en zie hem geconcentreerd van links naar rechts kijken. Alleen zijn ogen bewegen, speurend naar wild. Dit heeft hij vaker gedaan!
Ons geduld wordt beloond wanneer we bij een waterpoel aankomen. We zien twee olifanten in de verte: één staat in het water en van de andere olifant zien we een schim. We zien ze langzaam naar elkaar toe trekken in het water. Wauw, wat een mooi gezicht! We blijven een tijdje stil staan om ze te bewonderen en foto’s te maken.
Een luipaard gespot!
Wanneer we verder willen rijden, roept de ranger opeens dat hij een luipaard ziet! Hij heeft echt ‘bushogen’, want hij is wild enthousiast. Whaa! Jahoor, ook vanaf heel ver liep er wat. We konden het bijna niet zien maar er liep tochk en riep tegen de chauffeur dat hij een stuk terug moest rijden. Wat een sensatie! Vol gas achteruit keren en weer vooruit om dichterbij te komen. En ja hoor, we zagen hem even dichterbij komen, maar daarna écht wat. Gelukkig had Rowan haar zoomlens paraat. Ik pak de verrekijker erbij, maar ik zie helaas niks. De ranger roept weer enthousiast! ‘Look the leopard!’ Uiteindelijk zien we hem allemaal, tussen het groen wandelt hij rustig van boom naar boom. Hij loopt langs de waterpoel heen en komt steeds dichterbij. De ranger werd ge verstopte hij zich. We moesten eigenlijk alweer terugkeren, want het park ging om 18:00 uur dicht, maar de gids gaf niet op. Weer vol gas gaan we achteruit, want de luipaard gaat achter ons langs oversteken. Wauw tof! Van redelijk dichtbij hebben we de luipaard kunnen zien.
Echt een bucketlist ervaring! Toen gingen we in volle vaart terug naar de gate van het park. Compleet onder het stof reden we de gate uit. We eindigen deze safari met een natuurlijke spray tan, maar helemaal voldaan: de luipaard kunnen we afstrepen, yes!
Tip: Wilpattu biedt een meer afgelegen en minder toeristische safari-ervaring in vergelijking met Yala en Udawalawe National Park.
Op olifantensafari in Hurulu Ecopark
Een paar dagen later gingen we weer op safari. Dit keer in Hurulu Ecopark, op ongeveer 30 minuten rijden van Sigiriya. Rond 16.45 uur stappen wij de open jeep in en there we go! Dit park is heel anders dan Willpatu, het is er groener, het gras is hoger en we kunnen meer off-road rijden.
Onze gids vertelt ons dat het afhankelijk is van de hoeveelheid voedsel en water, waar de olifanten zich precies bevinden. Dat kan in Minneriya, Hurulu of Kaudulla National Park zijn. Tijdens het regenseizoen trekken de olifanten weg uit Minneriya, omdat de tank (het aangelegde meer) vol water staat. Ze migreren dan naar drogere gebieden, zoals het Hurulu Ecopark, waar voedsel in overvloed is. In de periode januari tot mei is dit park de beste plek om de olifanten te zien. Het park is dan groener en heeft meer grasland in vergelijking met Minneriya en Kaudulla, waardoor de olifanten hier op zoek gaan naar voedsel. Naast olifanten, kun je in deze parken ook apen, herten en kleurrijke vogels spotten.
Al vrij snel nadat wij het park in zijn gereden, spotten wij de eerste paar olifanten. Wow! Ze zijn heel dichtbij. We blijven even staan om foto’s te maken en rijden daarna weer verder. Maar we zien er nog meer.. en meer. Badderend in het modder (modder is voor hun zonnebrand) en grazend van het gras. Voor mij is het de eerste keer dat ik deze reusachtige beesten van zo dichtbij zie. En dat met een redelijk groot aantal. In één woord: geweldig!!
Wij begonnen redelijk laat met onze safaritocht, maar dit was uiteindelijk ons geluk. Terwijl alle andere jeeps het park al hadden verlaten, kwamen we nog een hele kudde olifanten tegen. Ze kwamen steeds dichterbij en bevonden zich rondom onze jeep. Op de achtergrond ging de zon al onder en kleurde de lucht roze, rood en geel. Het was een fantastisch plaatje.
Tip: In Minneriya National Park is de beste periode om olifanten te zien van juni tot oktober, tijdens het droge seizoen. Gedurende deze maanden verzamelen zich honderden olifanten rondom het waterreservoir. Om olifanten te spotten in Kaudulla National Park zijn de maanden juli tot december het meest ideaal.
Gal Oya National Park
Het Gal Oya National Park in het zuidoosten van Sri Lanka is het minst bezochte nationale park van Sri Lanka. Vroeg in de ochtend staan we klaar voor een bootsafari, maar eerst genieten we van een lokaal ontbijtje dat met zorg is klaargemaakt door het vriendelijke personeel van de accommodatie waar we verblijen.
De safari’s in Gal Oya zijn uniek: slechts drie bootjes en vijf jeeps per dag mogen het park betreden. Dit draagt bij aan de bescherming van zowel de natuur als de cultuur van de inheemse bevolking. Na een korte jeeprit stappen we aan boord van een klein bootje, samen met een gezin uit Engeland. Moeder, vader en dochter van 9 jaar. Als heel snel zien we een kleurrijke toekan en wijst onze gids ons op de vele vogelsoorten, waaronder de grijze langoer. Ook de schuwe apen met hun witte baarden en nieuwsgierige blikken zijn een bijzondere verschijning.
We maken een korte stop voor een picknick op een rotseiland: een kleedje werd uitgegooid en er kwamen broodjes, fruitbakjes en pakjes drinken tevoorschijn. Helemaal leuk! Daarna varen we verder naar ‘Bird island’, waar wel honderden, misschien wel duizenden vogels zich bevinden. Elk takje is bezet; vooral de Ibis liep er rond (wit met zwarte snavel), maar ook rijgers, adelaars en andere vogelsoorten waarvan ik de naam niet weet. Ik snap inmiddels wel waarom iedere Sri Lankaan het boek “Birds of Sri Lanka” bij zich heeft. Om de haverklap kom je een bijzondere vogel tegen.
Hier en daar zien we een visserstentje op kleine eilandjes, waar vissers overnachten wanneer ze te laat zijn om terug te keren naar het vasteland.
In de drogere maanden kun je hier zelfs olifanten en buffels zien zwemmen. Hoewel wij die kans niet kregen, is het Gal Oya National Park een prachtige plek met ongerepte natuur.
Wil jij ook op zoek naar wilde dieren tijdens een safari in Sri Lanka? Neem contact met ons op en we helpen je graag bij het samenstellen van je Sri Lanka vakantie.