24 uur in Singapore

In het kleine landje Singapore, ligt de mega-stad Singapore. Voor zo’n klein land is er toch nog best veel te doen: pretparken, dierentuinen, stranden. Je zou je makkelijk een week in Singapore kunnen vermaken. Heb je maar één volle dag? Beperk je dan tot de stad zelf.

 

Een eerste tip: zorg dat je in een centraal gelegen hotel verblijft. Bijvoorbeeld in Chinatown. Dat is extra leuk, want de hotels hier zijn gevestigd in opgeknapte shophouses. Dus geen hoogbouw, maar wel charme en geschiedenis. Er zijn in deze wijk kleinschalige restaurantjes in overvloed, en zeker niet alleen Chinees. Ben je redelijk op tijd in Singapore-stad? Dan kun je die eerste middag al op verkenning in Chinatown. Dwaal door de smalle straatjes, over kleine markten en bewonder de kleurrijke tempels (wel even schoenen en sokken uit als je naar binnen wilt). Er staat zelfs een Indiase tempel in Chinatown; dat is nog eens multicultureel! 

        

Na een goede nachtrust is het tijd om de rest van de stad te verkennen. Hoewel Singapore een grote stad is, zijn verschillende toeristisch interessante wijken toch op redelijke wandelafstand van elkaar gelegen. Dus wandelschoenen aan en op pad! De stad is goed ingericht op wandelaars, met trottoirs, autovrije zones, parken en overzichtelijke oversteekplaatsen (als je een drukke weg over moet). Houd je niet van wandelen? Dan kun je op iedere straathoek een ticket voor de hop-on-hop-off bus kopen. Een beetje toeristisch is het wel, maar het is wel de makkelijkste manier om alle bezienswaardigheden van Singapore te zien zonder zelf veel te hoeven wandelen. In dit blog neem ik je mee op de wandeling die ik zelf gedaan heb door Singapore stad.

 

Vanuit ons hotel in Chinatown wandelen we in een kwartiertje naar Boat Quay. We zigzaggen door de straatjes en nemen de tijd om de kleurrijke, mooi onderhouden shophouses te bewonderen. We zijn vroeg op pad gegaan (nu is het nog niet zo warm) en de marktjes worden nog opgebouwd. Wat is het al bedrijvig op straat! Zodra we Chinatown verlaten, maakt de charmante bebouwing plaats voor mega hoge futuristische wolkenkrabbers en enorme winkelcentra. Wat een contrast! Als we op Boat Quay staan, aan de oever van de Singapore-rivier, lijkt het alsof we alweer in een andere plaats staan. We kijken uit op een rits voormalige pakhuizen aan de kade. De rivier maakt hier een bocht, dus je ziet de in allerlei kleuren beschilderde pakhuizen, waarin nu restaurantjes gevestigd zijn, heel mooi liggen. De terrassen aan het water lokken. Die houden we in gedachten voor einde van de middag!

    

Het koloniale pand waar nu het Fullerton Hotel in gevestigd is, is een echte eyecatcher. We wandelen die kant op, want we weten dat we achter het hotel de ‘Merlion’ zullen vinden. Dit water spuwende beeld van een vis met een leeuwenhoofd is hét symbool van Singapore. Van dichtbij is hij indrukwekkend groot. De Merlion kijkt uit op het iconische Marina Bay Sands hotel aan de overzijde van het water (drie pijlers met een dak waarop zich een hele tuin met zwembad bevindt). We wandelen de Esplanade brug op voor een foto van de Merlion met de hoge torens van Singapore op de achtergrond. Via deze brug steken we de Singapore-rivier over om aan de andere zijde in het Esplanade park uit te komen. Een van de vele groenstroken in deze metropool. Grenzend aan het park ligt een wijk met koloniale panden. Deze wijk is ook vanaf Boat Quay te zien. Hier zijn onder andere het parlement van Singapore en de National Gallery (museum) gevestigd. Qua stijl weer heel anders. En bedenk, we zijn nog niet eens een uur aan het wandelen!

 

We gaan verder in noordelijke richting met als doel de wijk ‘Little Arabia’. Vanaf de National Gallery is dit een half uurtje lopen. We komen langs St. Andrew’s Cathedral en het War Memorial Park en dan zijn we vlakbij het beroemde Raffles hotel. In dit super-de-luxe hotel, is de cocktail ‘Singapore Sling’ uitgevonden. Maar ja, het is nog niet eens middag. Dus koffie is beter op zijn plaats. We zoeken een leuk terrasje uit met zicht op het prachtige koloniale pand van Raffles en genieten van een cappuccino. Vanaf het Raffles hotel naar de Sultanmoskee is de wandeling iets minder interessant. Gelukkig staan we met 20 minuten in Kampong Glam, zoals deze wijk ook genoemd wordt. Weer hebben we het idee in een andere plaats beland te zijn. Hier is het een wirwar van smalle straatjes met alleen maar laagbouw, winkeltjes zoals je ze in een Arabische soukh zult zien, terrasjes aan autovrije straten en palmbomen. De moskee, met enorme gouden koepel, staat aan het einde van de hoofdstraat ‘Arab street’. We dwalen hier een halfuurtje rond, en strijken dan neer op een terrasje. Dit is een perfecte plek voor de lunch!

        

We maken een lus terug naar het zuiden en wandelen langs winkelcentra (klein en groot), restaurantjes, tempels, door een wijk met universiteiten naar het Fort Canning Park. Een bosrijk park bovenop een heuvel, dus het is wel even klimmen via de goed aangelegde paden en trappen. In dit park ligt de geschiedenis voor het oprapen. Ooit stonden hier de paleizen van 14^e eeuwse koningen, er zijn restanten van Britse barakken, en tijdens de Tweede Wereldoorlog is hier de beslissing genomen Singapore over te geven aan de Japanners. We volgen een wandelpad door het park, en verlaten het park aan de andere zijde om af te dalen naar Clark Quay.

 

De naam zegt het al: Clark Quay ligt ook op de kade aan de Singapore-rivier. Maar dan verder landinwaarts en aan de noordzijde i.p.v. aan de zuidzijde van de rivier. Hier ook weer genoeg restaurantjes en terrasjes aan het water, maar het oogt allemaal wat minder authentiek dan Boat Quay. Hier meer neonlichten en grotere restaurants. We houden ons dan ook vast aan ons voornemen en volgen de loop van de rivier stroomafwaarts naar Boat Quay. Daar aangekomen strijken we neer op een terrasje voor een welverdiend drankje. Vanaf hier is het gelukkig nog maar 15 minuten lopen terug naar het hotel. De voetjes gaan omhoog en we leunen genietend achterover. Hier vandaan kijken we naar de koloniale wijk, met op de achtergrond het Marina Bay Sands hotel. Al met al hebben we zo’n 10 kilometer gelopen. Maar omdat we het op ons gemak hebben gedaan (het is best warm) en tijd hebben genomen om goed om ons heen te kijken, zijn we al met al 5 uur onderweg geweest.

De wandeling inkorten? Vanaf Clark Quay worden er boottochtjes over de Singapore-rivier aangeboden, die varen helemaal tot Marina Bay (dan kun je het iconische Marina Bay Sands hotel van dichterbij bekijken) en dan weer terug langs Boat Quay. Stap daar dan uit, dat scheelt weer een stukje van de wandeling. En na een wandeling is het natuurlijk ook heerlijk om achterover geleund vanaf een bootje Singapore te bewonderen.

 

Terug in Chinatown, na een verfrissende douche, zoeken we de foodcourt op voor ons diner. Een aanrader! Zoek een tafeltje uit, en bestel allemaal lekkere hapjes bij de vele verschillende eetkraampjes. Dat is trouwens niet alleen erg lekker en gevarieerd, maar ook een stuk voordeliger dan eten in een restaurantje. Vooral als je het vergelijkt met andere Aziatische landen, is Singapore toch wel erg prijzig. Dat is misschien ook een goede reden om ‘maar’ 24 uur in Singapore door te brengen.

 

Benieuwd wat ik nog meer voor tips heb? Neem contact met mij op.

 

Gionne,

Van Verre